Jan Gerritsz Comin
Jan Gerritsz Comin,
geb. op 07-11-1683 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 07-11-1683 te Huijsen,
ovl. te Huijsen; < 1685.- Vader:
Gerrit Jacobsz Comin Schoenmaker, zn. van Jacob Cornelisz Comin en Volckertien Volckers ,
geb. in 1659 te Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
Schoenmaker,
ovl. op 23-10-1729 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 27-10-1729 te Huijsen; DTB-13-Begraven- Impost: f 3,-,
, -
GERRIT JACOBSZ COMIN / COEMAN
Huizen Koptienden (1691-65 1730-27):
1691-65: + COMIN
- v. Gerrit Gerritsz Boer 3 cop 1/4
- v. Rut Lubbertsz 4 cop 7/8
1695-65: + COMMIJN
t/m 1720-27: Situatie: 1 Spt 1/8
1721-27: Romijns op Numeriek ER STAAT: 1 Spt 1 cop
1730-27: op Meeuwis Goossensz 1 Spt 1 cop
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 18-04-1683 (op Paesch): Gerrit Jacobsen en Hendrickien Jans; echteluijden, aangenomen op Belijdenis
-
Zie: Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 15-04-1691: Gerrit Harmensen j.m. van Delt, aangenomen op Belijdenis, schoenmakersknecht bij Gerrit acobsz Komin
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1684; Huijser Eijnde; Gerrit Jacobsz Comin en Hendrickien Jans
-
ORA-184-3174; 02-10-1689: Gerrit Gerrit Aertsz deser werelt overleden sijnde nagelaten hadde 2 onmondige kinderen verweckt bij zijn weduwe Melisje Gerrits, en sij een 2e huwelijk wenst, is met de vooghden Lambert Rijcksz Lustigh en Gerrit
Jacobsz Comin overeengekomen:
- 4 3/4 schepel boulant gelegen aen de Nengedijck naest de weduwe van Rijck Hendricksz Lustigh ten suijden en Hendrick Jacobsz ten Noorden
- 23 voeten maetlant gelegen op Huijsermaet naest Tijmen Rutten Doorn ten suijden en de weeskinderen van Jan Pietersz d'Oude ten noorden
- een eijndelijck een somme van f 1.200 aen gelt
-
ONA-3712A053; 08-10-1690: Gerrit Jacobsz Kommin alle scheepenen tot Huijsen verklaren onder Eden op verzoek van Pieter de Fremerij wonende tot Amsterdam:
- eerstelijck Hendrick Willemsz en Gerrit Jacobsz Kommin dat zij op 8 maert j.l. op verzoek van Jan Cornelissen buijrman deses dorps in zijn huis zijn geweest in aanwezigheid van alwaar tussen Jan Cornelissen en de requirant gesproken werd over
de betaling van een capitaal en rente enz.
- wijders verklaarde Lambert Rijcksz Lustigh uit de mond van Pieter Gerritsz Snijer heeft verstaan
- Jan Hendrick Fit en Lambert Rijcksz Lustigh verklaarden dat Cristoffel van den Broeck als procureur van Pieter de Fremerij in bijzijn van Jacob Gerritsz Grutter heeft afgevraagd of hij Jacob Gerritsz.
Mede compareerde Rijck Tijmensz dorps Bode
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1691; Huijser Eijnde; Gerrit Jacobsz Comin en zijn huisvrouw Hendrickien Jans (overleden 11-06-1695)
-
ORA-184-3184A076; 15-06-1694: Op huijden den 15 Juni 1694 compareerden voor Jacob Boutsz en Gerrit Jacobsz Comin schepenen tot huijsen, Jan Theeuwisz, Wijchert Willemsz, Adriaen Huijbertsz Kleijn en Pieter Lambertsz Smits, alle veerschippers
van dese dorpe op Amsterdam, dewelcke verclaerden ter requisitie van Tijmen Elbertsz en Dirck Lambertsz voerluijden
ORA-184-3175; 20-12-1696: Tot voogden over de kinderen van Gerrit Jacobsz Comin verwekt bij Hendrickje Jans zijn huisvrouw zaliger werden gestelt Jan Rijcksz Lustigh en Hendrick Gerritsz Backer
-
ORA-184-3175; 02-01-1697: Akte van bewijs Hendrickje Jans in haer leven huijsvrouw van Gerrit Jacobsz Comin liet na haar dood 3 kinderen na en omdat Gerrit Jacobsz Comin voor de 2e maal wil huwen en een scheiding van moeders goet wenst, en de
voogden Hendrick Gerritsz Backer en Jan Rijcksz over een kwamen, voor ieder kind f 100,-
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 07-04-1697: Gijsbertien Cornelis (huijsvr. van Gerrit Jacobsen Komin) ingekomen met attestatie
- evenals: Rijchien Huijberts, j.d. ten huijse van voorn. Komin
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1698; Aan Huijse Eijnde; Gerrit Jacobsz Comin en Gijsbertien Cornelis'echteluijden
-
ONA-3718A049; 18-06-1701: Acte van bewijs Wijntie Jacobs weduwe van Joannis van Schaick ter eenre, en Gerrit Jacobsz Commin als oom en mede-voogd nevens Jacob Tijmensz waarvoor zij zich sterk maken over Ariaantie Jans en Judick Jans kinderen
van Wijntie Jacobs en wijlen Joannis van Schaick; getuigen Lambert Killewigh schout en Wijchert Willemsz Plasier
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708; 't Huijser Ent; Gerrit Jacobsz Komin en Gijsbertien Cornelis'echteluijden
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Foilio-25; 06-11-1713: Maar een bisonderlijke aenmerckens weerdige sake is hier door gebeurt, nament1ijck desen voornoemden koehouder als geseijt is, die bragt sijn siecke veers in sijn broeders scheur maar hij
bragt deselve vlack aen de noorder want die vol gaten was, en alsoo gerrit koemin aldaar aen die voornoemde want een varckens schot hadde, alwaar Juijst op die tijt van hem in stonden een veers en een pinck soo is 't voort binnen vier dagen
daaraen gebeurt, dat dese veers en pinck van gerrit koemin oock aan deselve plage sieck worden apperent van de asemen en stanck van de voorz veers beasemt en bestoncken, 't welck oock apperent deselve veers en pinck bij hare besmetheijt te meer
hebben verontreijnigt want als men bij het rookende en brandende
turf vier, noch Hout bij en op Legt, soo ontsteekt de brant des te meer, zoo vertrouwe Ik ook in dese sake geschiet te sijn, dogh het is noch te noteren hier bij, hoe dat Jacob de zoon van de voornoemde gerrit koemin de vierige tongh van 't
pinck wat geschraapt hebbende niet alleen sijn Hant daar seer dick van opliep maar hij hadde de eerste nagt daar oock groote pijn aen, voorwaar wel vast daar uijt te besluijten, dat wanneer een sieck beest een ander beest beasemt, het selve des
te eer en meer aensteeckt dat het ander beest oock sieck wort, ende oock een blijck dat de siecke beesten een groote besmettelijke vierigheijt van binnen en op hare tonge hebben ende op den 16 novemb: sterft gerrit koemins veers ende op den 19
dito sijn pinck ende hij begraafse beijde met Huijt en Hair in sijn Hof, maar wat siet men vorder gebeuren de voornoemde Cornelis Lambertsz na dat sijn voorz veers drie dagen was sieck geweest, soo krijgt dese plage sijn beste melckkoe die
besijden de voorz veers gestaan hadde maar doen begon hij te gelooven dat het de bekende plage was ende voorts binnen weijnigh dagen daar aen, soo wierden alle sijne beesten aen deselve plage sieck ende op den 14 en 15 novemb: stierven daar ses
aen ende op den 17 en 19 en op den 21 dito, soo stierven daar aen een koe twee veerz ende twee kalveren, ende hij begraaffse alle met Huijt en Hair op 't Harde als voeren agter het Huijs van van Cornelis pietersz, enz
Folio-56: Op den 2 febreuw: 1714 doen krijgt gerrit Jacobsz koemin, terwijl hij sijn groep uijtmest een ziecke koe, en die sterft op den 5 dito,
tr. (2)
met Gijsbertje Cornelis .,
tr. (1) op 26-07-1682 te Huijsen.
- Moeder:
Hendrickje Jans Ouwes Oude de, dr. van Jan Jansz Ouwes en Peetien Lamberts ,
geb. in 1660 te <= 1661; 3691A36; 22-07-1682; mondig d.w.s. => 2,
Gereformeerde Gemeente,
Toevoeging "Ouwes" bij geboorte Judichien Gerrits 14-03-1688,
Lidmaten 1684: 176,
ovl. op 11-06-1695 te Huijsen; DTB-18-Lidmaten-1691-nr. 172,
, -
ORA-184-3175; 02-01-1697; akte van bewijs; 2e huwelijk.
>